maandag 30 augustus 2010

WIJ GROEIEN

Wij groeien met de jaren
naar binnen
waar wij als 't ware
niet
meer verjaren
omdat beminnen
en leven samengaan
en wij het
"andere"
ontginnen
waar woorden vergaan
en klanken anders klinken
en van
minder belang
want de stilte heeft al lang
hun boodschap
ondervangen.
Met de jaren
worden wij levend
want wij gaan gevend
ontvangen.

Jos Van den Broeck

uit: Met de jaren gelukkig en gelovig oud worden (Halewijn)

donderdag 26 augustus 2010

Vandaag

werkt hij weer naar behoren, tenminste wat deze pagina betreft.
Dank voor alle goede raad en sympathie.
Dinsdag breng ik dit troetelkind naar de chirurg.
Eerder had hij geen tijd.
Eén goei ding is er aan, dat ik weer heel wat heb opgestoken.
Neen, niet op mijn hoed en zeker geen pluimen.





Heer, laat mij in uw grote wereld, een simpel veldbloemeke zijn

ria


woensdag 25 augustus 2010

Ziek

Mijn pc is ziek, en als het nog lang duurt, dan word IK er ziek van, doodziek. Eigenlijk is het niet de hardware, maar de software die er een zootje van maakt. Wat vandaag (goed?) werkt, doet het morgen niet of niet meer. En wat gisteren op apegapen lag, is vandaag springlevend.
Ik word er gek van en een gekke oma is nu ook niet van dat, zeker niet als haar kleinkinderen komen logeren.
Computercursussen heb ik nooit gevolgd, ik ben eigenlijk al heel mijn leven een beetje een selfmade-women. HTLM heb ik een klein beetje opgestoken, als me dat werd uitgelegd ivm de vroegere webpagina’s die ik zelf maakte.
Maar in de ziel kijken van zo’n geavanceerd stuk ongeluk, dat is een ander paar mouwen. Ik heb raad gevraagd en gekregen, toegepast zoals het mij werd voorgeschoteld. Help-progragramma’s gelezen, afgeprint en naast mij gelegd, toen ik al die middeltjes ging toepassen.
Maar hij, daar bedoel ik mee, mijn vriend? de computer, blijft zich wispelturig gedragen. Je zou denken dat hij in zijn pubertijd is, maar hij is een jaar of drie en dat is voor een pc al niet zo jong meer.
Ik weet ondertussen dat het aan de instellingen van mijn browser (nog zo’n woord) ligt. Maar of ik nu herstel, vernieuw, verjong, hij blijft dwarsliggen.
Dus heb ik na rijp beraad besloten hem uit te kleden en mee te nemen naar het computerziekenhuis. Niet zo ver van hier, maar als die man in zijn witte schort er aan begint, is er altijd wel één en ander dat moet vernieuwd worden. Dat was zo bij mijn oud wrak, maar deze heeft hij zelf in elkaar gestoken en zou het na drie jaar toch nog goed moeten doen.
Dus op hoop van zegen. Als U mij de volgende dagen niet meer in het vizier hebt, dan is het omdat mijn vriendje in reparatie is. Geen nood, ik heb ondertussen nog van alles te doen.
Waarom laat ik me zo op stang jagen door zo’n uitvindsel, dat ik pas op mijn vierenvijftigste leerde kennen. Dat is ruim 16 jaar geleden en ne mens kan hem al niet meer missen. Ondertussen ga ik wat afkicken, neen-neen, ik drink niet en ik rook niet, het is dat onding dat mij in zijn macht houdt.

Tot later,
ria

dinsdag 24 augustus 2010

vrijdag 20 augustus 2010

donderdag 19 augustus 2010

Kleine paradijs



Als een zomerdons spreidt de avond zich over het land.
Gouden weefdraden sieren het firmament.
Ver weg op het marktplein wordt er gemusiceerd
zoals iedere zomerse donderdagavond.
De wind zit goed en ik vang alle mooie klanken,
tot een harde vrouwenlach in één van de tuinen,
de harmonie verstoort.


De waterspuit ligt soepel in mijn handen
waarmee ik graag en gul planten en bloemen
besproei na een zomerse zonnige dag.
Morgen wordt het 28 graden, zei de weervrouw.
dan mogen ze geen dorst lijden, mijn troetelkinderen.
Wie lust er nu geen frisse pint, op warme dagen?


Neen we spuiten geen stadswater over de planten,
dat is te duur en niet erg groenbewust.
Vier en dertig jaar geleden groef mijn man een put,
alleen met mankracht, zes meter diep.
Iedere zomer is en blijft hij ons trouw van dienst.


Ik loop wat te dromen, kijk rechts, kijk links,
niemand van mijn schatten vergeten?
Plots scheert een vogel laag over mijn hoofd,
zonder geluid, tot tweemaal toe.
Zouden hier vleermuizen vliegen?


Ik voel mij gezegend, gelukkig en dankbaar.
Vandaag ontving ik goed nieuws uit Afrika.
Ik weet onze kinderen en kleinkinderen gelukkig en geborgen.
En iedere keer als ik hier zo stil in de tuin verwijl,
ons kleine paradijs, kan ik alleen maar “dank U” zeggen.


Dank aan de man aan mijn zijde, de harde werker,
die samen met mij dit lusthof bewerkt en bewoont.
Dank aan Hem, die ons al deze kansen gaf en geeft,
Iedere dag opnieuw. DANK!


Zomeravond
19.08.10

GELOVEN



dinsdag 17 augustus 2010

Heide deel 2 - DOPHEIDE


klik op link hieronder - even geduld - klik dan op full screen of F11



DOPHEIDE

Erica Tetralix

Ginds... in de heide... langs povere paàn,
Daar lachen me blozende lievekens aan.
Ik weet er hun naamkens en 'k noem ze blij:
"De perelkens van de hei"

't Zijn pereltrosjes van rozig satijn;
't Zijn Japansche vaasjes van broos porselein;
Licht trillend bij zoentjes van vlinder of bij,
"De perelkens van de hei"

Bijwijlen dan knikken bij 't windeke kleen,
Die schuchtere kopjes van "ja" en van "neen".
Dan frazelen ze stemmig,als klokjes der Mei
"De perelkens van de hei"

O wondre juweeltjes, o troosterkes mijn
Geen blommeke bloeit er met kunstiger lijn!
En zijt ge zóó simpel... toch blijft ge voor mij
"De perelkens van de hei"

Al zoeken of lieven de menschen u niet,
Al draag ik in 't harte gezwegen verdriet,
Nooit ging ik u zonder lachsken voorbij,
"O perelkens van de hei"

Alice Nahon
(1896-1933)

Dolgedraaid!


Weet je hoe men een mens gek kan maken? Neen, ik wel. Ik ben bijna dolgedraaid, door een overijverige virusscanner, die zijn mond niet kan houden. Heel de tijd raast hij door mijn programma’s, maar het ergste is dat hij op cruciale momenten vergeet waarvoor hij werkelijk dient, om virussen buiten te houden.

Niet dat hij tot nu toe zware zonden heeft begaan, maar net als ik van de ene site naar de andere surf, geeft hij er de brui aan. Schluss, fini, en hij wordt zwart van koleire, in plaats van blozend zoals hij daarvoor uren aan een stuk heeft staan flirten met ieder letter die ik typte, of elke foto die ik bekeek. Alleen als ik internet uitschakel gedraagt hij zich en scant met zachte zoem de inhoud van mijn pc. Zijn jongere broers en zussen hebben mij altijd tevreden gesteld, maar sinds ik werk met Security 2010, heb ik nog niets dan problemen gehad. Zijn geestesvader en al de zogenaamde geleerde koppen weten er geen antwoord op. Ik heb hem verwijderd, uninstall, alles eruit, de kleinste komma of punt die uit vorige programma’s kon zijn achtergebleven. Microsoft heeft ook nog een handje toegestoken, dat helpt een beetje, maar…telkens ik hem opnieuw installeer van de cd-rom krijg ik na een tijdje hetzelfde probleem.

Terwijl ik dit typ houdt hij zich gedeisd en hoor ik enkel het zacht gezoem van mijn pc. Voor vandaag, wat zeg ik, vannacht, neem ik er vrede mee. Ik laat hem slapen en ga dat nu ook maar doen. Ik hoop dat ik niet zal dromen van virusscanners die hun kennis en hun boekje te buiten gaan. Wat kunnen oma’s afzien in dit digitale tijdperk, waar de elektronica hen de baas wil zijn. Maar dat zal niet gebeuren, zolang ik oma heet. Goede nacht, ria

maandag 16 augustus 2010

De heide


Schaapskooi, Willem Steelink Jr.






































ria

Dageraad


De nacht roerselt mijn ziel,
in schaduwen
van transparant tot wit satijn.
Geen dageraad, geen ochtend
kan klaarder zijn.
Zijn liefde tastbaar mij omringt,
ik voel mij gedragen
ik weet mij bemind.

't Zij dag, 't zij nacht,
Hij is bij mij,
bij eenieder
die Hem ontmoeten wil.

Hij gaat nooit heen,
oneindig trouw,
geen mens als Hij
die zoveel
van een ander houdt.
De nacht roerselt mijn ziel,
en kleurt stilaan mijn dageraad.

Eens komt de tijd
van de grote ontmoeting,
- een nieuw begin -
nog ver, dichtbij?

HIJ zal er zijn,
heel dicht bij mij.

ria - nacht 10 juni 2010

zaterdag 14 augustus 2010

15 augustus


In het openingswoord van de Eucharistieviering
van vandaag konden wij lezen:

" Wij vieren vandaag de tenhemelopneming van Maria.
De Moeder van de Heer Jezus deelt in Zijn leven,
in Zijn voltooiing.
Ze is bij God, bij haar Zoon,
onze toekomst is zij reeds binnengegaan.

Wij die nog onderweg zijn, verheugen ons hier om haar,
de gezegende onder de vrouwen,
in wie alle beloften vervuld zijn."











Het prachtige Mariabeeld
met Jezus, haar zoon,
in onze parochiekerk













- Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming - 
en Moederdag

In de provincie Antwerpen
wordt Moederdag gevierd op 15 augustus.
De prachtige gothische kathedraal is toegewijd aan Onze Lieve Vrouw.

Op vele hoeken van de oude binnenstad vindt men
Lieve Vrouwe Beelden,
ze behoren tot het patrimonium van de stad.

Een mooi en oud Mariabeeld prijkt boven de
zeer gekende kapel van de Schoenmarkt,
tegenover de "Boerentoren"







binnenzijde van de Kapel
aan de Schoenmarkt














Deze kapel wordt dagelijks door vele tientallen mensen bezocht,
die er komen bidden of een kaarsje aansteken
ter ere van Onze Lieve Vrouw.



foto uit het archief van de Kathedraal.


Lieve Vrouw van Vlaanderen

tekst : August Cuppens  - 
muziek : Lodewijk de Vocht

Liefde gaf U duizend namen,
groot en edel schoon en zoet,
maar geen één die ’t hart der Vlamen
even hoog verblijden doet
als de naam o Moedermaagd
die Gij in ons landje draagt,
schoner klinkt hij dan al d’anderen:
onze Lieve Vrouw van Vlaanderen


Waar men gaat langs Vlaamse wegen,
oude hoeve, huis of tronk
komt men U Maria tegen,
staat Uw beeltenis te pronk;
lacht ons toe uit lindengroen
bloemenkrans of blij festoen,
moge ’t nimmer hier veranderen
o Gij Lieve Vrouw van Vlaanderen.

Blijf in ’t Vlaamse harte tronen
als de hoogste Koningin,
als de beste Moeder wonen
in elk Vlaamse huisgezin.
Sta ons bij in alle nood,
nu en in het uur onzer dood;
ons, uw kinderen
en ook d"anderen
Onze Lieve Vrouw van Vlaanderen.

  ria

donderdag 12 augustus 2010

Jelle en de taal van de liefde.


Als je hem zo bekijkt, zijn stevig gespierde armen en benen, zijn blonde kuif en de blos op zijn wangen, dan zou je niet denken dat hij pas tien werd. Hij stapt met flinke tred naast zijn grootva, met wie hij graag op stap gaat.


Van toen hij maar een peuter was klom hij bij hem op schoot. Misschien omdat die zo mooi verhaaltjes kon vertellen. Die verhalen hebben nu plaats gemaakt voor een gesprek, een echte dialoog mag je wel zeggen.
Leergierig als hij is komt hij met honderd en één vragen bij zijn grootva. Eigen verzinsels en inspiraties, wat hij geleerd heeft op school, maar ook wat hij gelezen heeft of gezien op TV, alles heeft zijn plaats.


Maar vandaag, tijdens hun zomerse wandeling legt hij zijn grootva op de rooster. Hij vraagt: “grootva, hoeveel talen spreek jij eigenlijk?” Grootva blijft even staan en zegt: “hoe kom je daar nu bij?” Omdat zij leven in een multiculturele familie, worden er wel eens meerdere talen gesproken, als de familie op bezoek is. Kleinzoon dringt aan.
“Wel”, zegt grootva langzaam “Vlaams is natuurlijk mijn moedertaal.”
“Hèhè” valt kleinzoon hem in de rede: “geen Vlaams, maar Nederlands hé opa.” Nu gebruikt hij het woordje “opa” met een uitdagend lachje, want hij weet dat grootva dat te Hollands vindt. Misschien heeft hij wel gelijk.
“Natuurlijk” zegt grootva, “ook wij Vlamingen spreken ABN, weet je wat dat wil zeggen” vraag hij aan Jelle. “Wie weet dat nu niet,” zegt de blonde snaak en hij lacht zijn witte tanden bloot. Maar deze keer is het grootva die lacht terwijl hij zegt: “Jelle, in Vlaanderen ‘Vlaams’ en op Sint Anneke ‘mosselen’.” Ze schieten beiden in een hartelijke lach.


Grootva wordt ernstiger als hij verder vertelt. “Mijn middelbare studies deed ik in het Franse landsgedeelte. Dat heb ik aan mijn vader te danken. Die vond dat het nuttig was de beide landstalen te leren en te kunnen spreken.
Dat heeft mij in het begin wel bloed, zweet en tranen gekost, maar later was ik dankbaar dat mijn ouders hebben doorgebeten en mij daarvoor op internaat hebben gestuurd.
In mijn beroepsleven heb ik er goed gebruik van kunnen maken en ook nu met onze globetrotters, verspreid in de grote wereld, is het goed dat ik Frans geleerd heb.



“Grootva” vraagt Jelle, “en Engels, waar heb je dat dan geleerd?”
“De basis kreeg ik tijdens mijn middelbare studies, maar later heb ik nog een paar jaar Engels gestudeerd in de avondschool.
In mijn tijd gingen niet alle jongeren tot hun achttiende naar school en de avondschool, met meestal cursussen van drie jaar, waren dan ook een goede gelegenheid om zich bij te scholen”, zei grootva.
Plots speelde een glimlach op zijn gelaat. “ Weet je dat ik zo oma heb leren kennen” dat was nog later toen ik Duits ging studeren. Ook jouw oma volgde die cursus, eerst waren wij vrienden, pas later hebben wij ons verloofd en zijn we getrouwd. Maar dat is een verhaal voor een volgende keer.” “Toe”, dringt Jelle aan.


Maar grootva schudt zijn hoofd en zegt: “ Er is nog een belangrijker taal die elke mens zou moeten leren en beoefenen; dat is de taal van de “liefde”.
En dan bedoel ik niet alleen de taal van de verliefdheid, maar vooral de liefde van mens tot mens. In de familie, maar ook daarbuiten.


Als iedereen die taal zou leren en toepassen dan zou de wereld er zoveel vriendelijker uitzien.
Dan zou er minder eenzaamheid zijn, minder jaloezie, dan werd er niet gepest, dan was er een veel eerlijker verdeling van de rijkdommen van de aarde.



Als de liefde de taal zou zijn van de mensheid dan werden oorlogen overbodig. Dan was er respect voor ieder mens, voor dier en plant, voor heel de natuur.”



Jelle was aan grootva’s voeten neergehurkt en van verbazing stond zijn mond een weinig open. Daar had hij nog nooit zo over nagedacht. De ‘taal van de liefde’.
Grootva zag met ontroering dat Jelle door zijn betoog geraakt was.
Hij vleide zich naast Jelle in het gras en keek met trots naar zijn kleinzoon, nog zo jong en reeds met een open geest voor de noden van de wereld.


Zoals altijd op hun wandelingen hadden zij een drinkbus bij met een lekkere, frisse kruidenthee. Ze dronken om beurten een slok. Grootva bleef een tijdje in gedachten verzonken.
In de verte klaterde een beekje en hommels, bijen en vlinders bezochten de klaver, boterbloemen en andere wilde bloemen die opzij van de weg stonden. Het witte fluitenkruid toverde herinneringen aan lang geleden.




Genoeg gedroomd” mompelde grootva en hij richtte zich tot Jelle,: “weet jij van wie je die taal, die belangrijker is dan alle andere talen te samen, kunt leren” vroeg hij.


Jelle dacht diep na. “Ik geloof dat je die thuis leert,” kwam het er aarzelend uit
“en misschien ook een beetje op school, of in de Chiro en zeker in de catechese”.
“Heel goed,” moedigde grootva zijn kleinzoon aan. “En van wie zouden de volwassenen dat geleerd hebben? “  “Op dezelfde wijze als wij,” zei Jelle vinnig.



“Klopt” zei grootvader, “maar ergens moet er toch een begin geweest zijn.
“Wie heeft al eerste die taal gesproken, die taal beleefd?”
Jelle beseft nu waar grootva naartoe wil.
“Ja maar grootva, dat is wel heel lang geleden hé”. “Je bedoelt toch Jezus,” zegt hij bedachtzaam.
En hij voegt er aan toe, “je weet toch dat ik het saai vind om op zondag naar de kerk te gaan. Ik ga liever voetballen,” zegt hij heel oprecht.



“Jelle,” zegt grootva, en hij kijkt hem daarbij met veel liefde aan: “ terwijl jij gaat voetballen houdt God van jou”, ook al vind jij het niet nodig Hem te gaan groeten en even gezelschap te houden in de kerk, toch houdt Hij van jou.” “En weet je waarom, Jelle?”



Jelle moet het antwoord schuldig blijven.
“ God is liefde ” zegt grootvader en hij voegt er aan toe:
“ God heeft ons, ieder mens, als eerste bemind.
En wel vanaf de eerste microseconde van ons bestaan, lang voor we met het blote oog zichtbaar waren. Vanaf dat ogenblik bemint God ieder mensenkind en heeft Hij het zaad van Zijn liefde in het toekomstige hartje ingeplant.
Want al hebben jouw ouders bewust voor jou gekozen Jelle, toch is het God die jouw leven gestalte gaf. Hij maakte de liefdedaad van jouw ouders vruchtbaar. Hij maakte jou, voor eeuwig Zijn kind.”



Grootvader ziet dat Jelle het niet begrijpt en hij streelt hem over zijn blonde kuif.
“Maak je geen zorgen” zegt hij, “het heeft ook vele jaren geduurd vooraleer ik dit kon aanvaarden en geloven.” “Maar God is geduldig. Dat is een eigenschap van de taal van de liefde”, zegt hij.



“Kom,” zegt grootva, “als we nu eens tot aan het pannenkoekenhuisje zouden stappen, ik heb van al dat gemijmer warempel honger gekregen.”
Jelle legt zijn stevige kinderhand in grootva’s knoeste werkershand, een teken van verbondenheid, vertrouwen en liefde.



Immers de taal van de liefde schrijft haar eigen verhaal. Ze heeft haar eigen symbolen en tekens.


ria
12.08.10

maandag 9 augustus 2010

Wit





" ik kus je teder,"
zei de zon




" jij bent de kleur van mijn dromen "

             " wit, edel-wit,"              
                 zei de zon













"mis"
zei de bloem,
"ik ben geen kleur"
" ik ben de optelsom van alle kleuren samen..."



"dat klopt,"
zei de witroze geranium,
"ergens heb ik een genetische afwijking,



haar vriendinnetje
de hanggeranium zei onverwacht,
" mij maakt dat niets uit,
ik ben tevreden zoals ik ben.







Tot nu toe hadden de witte rozen beleefd hun mondje gehouden,

het waren dan ook dames met manieren...
vooral de wondermooie Schneeflocke.
Niet alleen een dame met klasse, maar ook met een heerlijk parfum.



De wilde roos,

na een drastische snoeibeurt,  opnieuw in haar eerste bloei,
wist niet welke houding
ze best zou aannemen...
ze rechtte haar hoofdje om naar de hemel te kijken,
ze keek,
ja ze keek werkelijk haar ogen uit...



..."wat een mooi-blauwe hemel", riep ze uit
"en die bloemen boven mijn hoofd
die ken ik niet..."



"dat kan ook moeilijk,
zei de bos-kamperfoelie"
"je komt maar pas kijken..."
en ze lachtte haar roomwitte blaadjes bloot...



...op afstand stond een andere geurige dame, de statige witte Flox,
het tafereeltje gade te slaan.
Bij zichzelf dacht ze;
"hoe komt het toch dat de zon nu zoveel aandacht voor ons heeft?"



...had ze misschien luidop gesproken?
plots werd het witte tapijt, dat lag te dommelen in de middagzon
klaar wakker...



...ze waren klein, fijn en heerlijk geurend,
de eenjarige Allyssum,
maar ze waren ook slim.
Hun vele kleine hoofdjes verzamelden massa's informatie
zoals de cellen van een computer.
Bovendien moet men niet altijd groot en sterk zijn,
om slim te zijn.
De bijen zijn een ander voorbeeld van deze spontane kennis.



"vertel"
smeekte de koele Ice Maiden...

...en alhoewel ze samen hun uiterste best deden,
ze vonden het antwoord niet...



... tenslotte liet de witte pluim van de statige vlinderstruik een diepe zucht,

en zei: " vrienden, wij moeten er genoegen mee nemen,
dat er zoveel raadsels zijn en blijven in de schepping.

Honderden, ja duizende geleerde hoofden
hebben zich over ontelbare vraagstukken gebogen,
en toch blijven er vele vragen onopgelost.


Laat de de wetenschappers hun werk doen,
maar weet dat er slechts één alle antwoorden kent,
en dat is Hij, die ons geschapen heeft.




de zon bloosde van genoegen,
zij was immers één van Zijn grootste creaties,
en...met een knipoog, legde zij zich te ruste,

ria